De Piet in de koelkast
Op de stoomboot richting Nederland zijn de Sint en zijn Pieten druk bezig met de laatste cadeautjes inpakken. Zoals iedere avond maakt Sinterklaas een rondje over de boot om te kijken of alle Pieten hun klusjes uitvoeren. Hij zwaait naar de pepernoten Piet die alle pepernoten in de zakken doet, hij geeft een high-five aan acrobatiek Piet, die aan het oefenen is voor een handstand en hij gooit een cadeautje naar…. naar… uhm waar is Piet Frigo? Sinterklaas kijkt de pakjeskamer rond, maar nergens is Piet Frigo te bekennen.
Dan roept Sinterklaas zijn Pieten bij elkaar. Pieten, we zouden vanavond met zijn allen bij elkaar komen om te leren hoe we de laatste cadeautjes in moeten pakken, maar ik heb jullie nu al bij een geroepen. Want er is een probleem.. Piet Frigo is nergens te bekennen…Weet een van jullie waar hij is?
De Pieten keken elkaar aan en schudden hun hoofden. Nee, niemand wist waar Piet Frigo was. Laten we samen maar een liedje zingen, stelde de Sint voor, dan zal Piet Frigo intussen wel komen. Ze bedachten om het liedje “Hoor de wind waait door de bomen…” te gaan zingen. Dat is het langste sinterklaaslied dat er is.
Maar toen het liedje uit was, was Piet Frigo nog steeds niet gekomen. Sinterklaas werd een beetje ongerust. En ijsbeerde wat heen en weer door de kamer. Er zou toch niets gebeurd zijn? We gaan hem zoeken, zei Sinterklaas. Jij kijkt in de slaapkamer en jij in het ruim.
In een mum van tijd waren ze allemaal aan het zoeken, ieder in een eigen hoekje. Er werden deuren dichtgeslagen en er werd heel hard Piet Frigo geroepen. Er kwam geen antwoord. Nee, de stem van Piet Frigo was niet te horen, ook niet heel ver weg.
Het begon al donker te worden en het werd bedtijd. Hebben jullie overal gezocht? vroeg Sinterklaas. Ja, zeiden de Pieten en ze noemden alles op. Alle kamers! Ook in de kasten? Ja, Sinterklaas. En in de voorraadkamers? Overal hadden ze gekeken. Toen kwam de Sint in de keuken. En hier? Hebben jullie hier in de keuken ook gezocht? Ja, Sinterklaas, overal!
Sinterklaas liet zijn ogen rondgaan, langs het fornuis, over het aanrecht. En toen zag hij de grote koelkast, de hele grote koelkast waar soep in kan voor wel dertig Pieten. En ineens had Sinterklaas het gevoel dat Piet Frigo vlak in de buurt was. En daar? Sinterklaas wees naar de koelkast.
Maar Sinterklaas, dat is een koelkast! Wie gaat er nou in een koelkast zitten? Sinterklaas liep ernaartoe, hij trok de deur open, het lichtje floepte aan en wie zat daar….Piet Frigo! Helemaal bibberend en verkleumd. Op zijn zwarte haren lag een laagje wit en op zijn wenkbrauwen glinsterden ijskorrels.
Ik…kk…k, Sinterklaas, ik…k z…zit in de koelkast, zei hij met een heel dun stemmetje. Ja, dat zie ik, zei Sinterklaas.
De Pieten begonnen te lachen. Sinterklaas hielp hem eruit, zijn benen waren helemaal stijf. De Pieten begonnen over zijn rug te wrijven en zijn schouders en toen werd hij gelukkig weer een beetje warm. De Sint vroeg: Waarom heb je dat gedaan?
Ja, zei hij, Sinterklaas, ik wilde zo graag een goeie Piet zijn. Ik wilde zo graag mijn best doen. Vorig jaar, in Nederland, waar u altijd uw verjaardag viert, was het zó nat en koud. Zo nat en koud dat het de hele dag had geregend. En het waren geen pepernootjes naar regen druppels.
Ja, regen. O, zo koud, Sinterklaas. En daarom dacht ik, ik ga in de koelkast zitten. Om te oefenen, begrijpt u? Maar het was donker daarbinnen en er kwam maar niemand.
Een paar van de ijsbolletjes rolden langs zijn wangen naar beneden en het leken net tranen. Sinterklaas zei: Geef Piet Frigo maar eens gauw een beker warme chocolademelk met pepernoten. Zijn tanden klapperden tegen de rand van de beker, maar gelukkig keek hij weer een beetje blij.
Ik vind het fijn dat je graag een goeie Piet wil zijn, zei Sinterklaas tegen hem, maar dit is een beetje te veel van het goede….van het koude, fluisterde Piet Frigo en lachte weer.