Geschiedenis van ons fraaie dorp

Jan Monster is geboren in Vreeswijk boven het pand waarin nu het Kruidvat is gevestigd. Na wat kleine omzwervingen woont hij weer aan de Dorpsstraat. Jan is lid van de gidsengroep en kent de geschiedenis van ons fraaie dorp.

Jan vertelt: “Ik ben kind geweest op de Dorpsstraat en ben gereformeerd opgevoed. De kerkklok van de hervormde kerk heb ik altijd gehoord. Die zit als het ware in mijn oren gebakken. Het huis waar ik nu woon, grenst aan de tuin van de dorpskerk. En weer hoor ik die kerkklok roepen…kom….kom….kom, maar als ex-gelovige ga ik niet meer.”

“Ik ben mij gaan verdiepen in de geschiedenis van Vreeswijk en dus ook van de kerk, maar dan als gebouw. Het zijn nu mijn buren en dat werkt prettig. Het is een heel prettig contact.”

“De kerk heeft een bewogen geschiedenis. In de tachtigjarige oorlog werd de kerk in 1585 volledig verwoest. De kerk stond op de plek waar nu de begraafplaats aan de Gildenborglaan is. Er was toen geen geld om de kerk te herbouwen. De kerkdiensten werden verplaatst naar het ‘recht of verlaathuis’ aan waar nu het Raadhuisplein is. In 1641 was de nieuwe kerk klaar op de plek van de huidige kerk achter mijn huis. In 1648 werd de tachtigjarige oorlog beëindigd, maar even later, in 1672, ging het opnieuw helemaal mis. Dat werd het rampjaar. Het volk was redeloos, het land was reddeloos, de bestuurders waren radeloos. Nederland was toen een machtig land met Vreeswijk als een welvarend dorp. Dat werd niet gewaardeerd en Nederland werd aangevallen door Engeland, Frankrijk en de bisschoppen van Köln en Münster. De kerk werd opnieuw verwoest.”

“Met geld van de stad Utrecht en van de Pinnemakers werd een nieuwe kerk gebouwd. Pinnemakers waren roeiers die mensen vice versa van Vreeswijk naar Vianen overbrachten. De extra belasting op de kosten van de overtocht ging naar de kerk. In 1683 was de nieuwe kerk klaar, maar nog lang niet afbetaald. De Pinnemakers hebben zeker nog honderd jaar deze bijdrage geleverd.”

”De sporen van de geschiedenis van de kerk kun je nu nog zien. Ook eind achttiende eeuw, de Franse tijd, is er veel vernietigd in Vreeswijk. Op de preekstoel in de kerk ligt een opengeslagen statenbijbel. In de Bijbel zie je een diepe snee door toedoen van zwaard of bajonet van een Franse soldaat. Toen ik dat zag, dacht ik: nu sta ik echt oog in oog met de geschiedenis.”